Vertrouwen
Deze zondagochtend werd het Bijbelgedeelte over ‘Elia en de weduwe van Serefat’ in de kerk gelezen (1 Kon 17:8-16).
Er heerste droogte in Israël en van Godswege was Elia naar het ‘buitenland’ gegaan. Hier heerste droogte. Bij de stadspoort ontmoete hij haar, een weduwe, en vroeg of ze water wilde brengen. Terwijl ze wegliep, riep hij terloops of ze ook brood mee wilde nemen. Ze was helemaal niet van plan een gast mee naar huis te nemen. Ze maakte hem duidelijk, dat ze die dag voor haar en haar zoon nog éénmaal brood zou bakken en dan…. Alles zou op zijn.
Het zag er naar uit, dat zij de hongersnood zou sterven. Elia spoorde haar aan, voor hem eerst een broodje te bakken en daarna voor haar en haar zoon. Tot het weer zou regenen, “zouden het meel in de pot en de olie in de kruik niet op raken” zo had God hem laten weten. Zij deed wat hij vroeg en het gebeurde zoals hij gezegd had.
Peuter wil niet eten
Iets, dat hierop leek, maakten opa en ik mee, toen we in Malacca werkten. Je moeder was een peutertje van ongeveer een jaar en een hele slechte eetster. Mijn vader, arts, stuurde vanuit Holland het advies: Zolang ze maar melk drinkt, hoef je je geen zorgen te maken. Op een gegeven moment komt het willen eten vanzelf. Gelukkig dronk ze, dat het een lieve lust was.
Geen geld om melk te kopen
We konden grote blikken melkpoeder kopen. Een blik aangelengd met schoon drinkwater, was genoeg voor vijf liter melk. Het was de goedkoopste manier om aan melk te komen, die goed was en goed smaakte. Het was ideaal!
Alleen was ons salaris dusdanig, dat het niet altijd mogelijk was om zo’n blik aan te schaffen. Dan waren de centen op, terwijl er nog maar een restje poeder op de bodem over was. Een enkele keer was er nog een week te gaan, voor we weer salaris zouden krijgen. Dan gebeurde het, dat we toch elke dag genoeg poeder in het blik vonden om de hoeveelheid melk te maken, die nodig was. Elke dag weer, totdat onze portemonnee weer was gevuld. Wij noemden die dagen de “weduwe-van-sarefat” dagen.